Een weg vol kuilen en stenen en alles is anders dan verwacht.

Daar gaan we dan, het echte onbekende tegemoet. Via de Ruta 7 (Carretera Austral) gaan we het echte Patagonië in. Hoe wild en uitgestrekt zal Patagonië wel niet zijn? Wij hadden echt geen idee!  Maar zoals al eerder geschreven is Ruta 7 een grotendeels onverharde doodlopende “snelweg”  van 1240km die gemaakt is om de steden in Patagonië iets toegankelijker te maken. Hij loopt vanaf Puerto Montt  door bergen, bossen en langs meren tot Villa O’Higgins. Er waren 10.000 soldaten voor nodig en het duurde 12 jaar voordat hij goed en wel in 1988 in gebruik kon worden genomen. Om je een beetje een idee te geven hoe uitgestrekt het allemaal hier is. Deze weg biedt toegang tot 100.000 mensen waarvan er al ruim 50.000 in één stad wonen.

Maar voordat we dit allemaal konden gaan ontdekken moesten we eerst even ferryticket kopen.  Om de gehele snelweg te rijden moet je op bepaalde momenten een ferry pakken. In Puerto Montt zijn we naar het ferry bedrijf gegaan om daar een ticket te kopen. Helaas bleek dat er geen vrije plaatsen waren op de boot pas over 4 dagen, dit was balen want we wilde eigenlijk de volgende dag al mee. Maar ja de boot was vol dus we hadden geen keuze. We wilde niet al te lang in Puerto Montt blijven mede omdat deze stad niet zoveel te bieden had en vandaar dat we besloten om richting Hornopirén te rijden. Dit is de stad van waaruit de ferry zou vertrekken. Zo begonnen we aan onze eerste kilometers op Ruta 7. Na een km of 30 kwamen we ze dan tegen, de befaamde, geliefde maar ook de zo gehate stenen en kuilen van de Carretera Austral. We hadden ons voorgenomen om er rustig overheen te gaan want we hadden de tijd en wilde de auto zo min mogelijk belasten. We deden dan ook best lang over de eerste 80km stenen en kuilen. Eenmaal aangekomen in Hornopirén bleek dat we in een andere wereld waren aangekomen. Op de kaart leek het op een stad maar toen we aankwamen bleek het niet veel te zijn dan een dorp. Er was 1 tankstation een straat of 15 en alleen maar kleine aan huis supermarktjes. Dit was wel even verbazingwekkend want hoe “groot” gaan de andere dorpjes dan wel niet zijn. Deze zijn toch echt een stuk kleiner op de kaart. Nadat we even rondgereden waren zijn we terecht gekomen in een hotelletje. Dit hotel bleek te worden gerund door een lief oud omaatje. Normaal mag je niet koken in een hotel maar wij hadden met handen en voeten voor elkaar gekregen dat we mochten koken in haar privé keuken. Volgens mij vond ze het zelf ook wel grappig en het scheelde ons weer kosten omdat we nu niet hoefde te gaan uiteten. We zouden er toch een dag of 4 blijven. De volgende dag hebben we het lekker rustig aangedaan, het enige wat we op de planning hadden was het verversen van de olie van El Mundo. Veel keus hadden we niet in deze grote “stad” er was letterlijk maar één kleine garage.

Tijdens het wachten zagen we een VW kombi staan bij het tankstation en verrek, het bleken DE Duitsers te zijn, zij hadden de kombi van Janna en Erwin gekocht. Beide waren we vol komen verbaasd, zij waren toch echt 2 weken eerder vertrokken dan ons. Wij verbaasde ons vooral over waarom ze deze weg kozen met deze oude kombi. Uiteindelijk bleek dat ze al weer op de terugweg waren naar boven omdat deze weg toch iets te heftig was voor ze.  Na nog even wat bij gekletst te hebben zijn ze weer vertrokken. Eigenlijk wilde we helemaal niet langer wachten in dit dorpje want dit koste alleen maar nutteloze dagen. Daarom hadden we bedacht om de volgende dag vroeg naar de ferry te gaan en te gaan vragen of er plaats over was voor onze hele grote kleine auto, onze El Mundo. Ons geduld werd even op de proef gesteld, want ze wisten nog niet of er wel plaats over was op de boot. Tijdens het wachten hadden wij met ons timmermansoog alle auto’s in gedachten al een plaatsje geven en natuurlijk paste onze auto dan gemakkelijk op de boot en gelukkig bleek ons timmermansoog niet te liegen. Nadat er een auto of 25 op de ferry stond werden we geroepen dat wij mee konden. Ze hadden halverwege het laden van de boot al een klein plaatsje vrij waar onze kleine auto precies inpaste. Hadden wij toch even geluk want nu wonnen we gewoon 2 dagen. De ferry zou 5 uur duren maar na een uur of 3,5 waren we er al, tenminste dat dachten we. We moesten van de ferry af en na 15 km rijden kwamen we ineens weer een ferry tegen en deze bracht naar onze bestemming Caleta Gonzalo, 1,5 varen. Vanaf hier was het nog een kleine 25km naar de camping die bij ons op de kaart stond. Daar aangekomen bleken er langs het meer een stuk of 6 kleine open houten hutjes te staan verscholen tussen de bomen. Hieronder kon je dan je tent opbouwen en zo stonden wij dus helemaal alleen aan de rand van een mooi meer met bergen op de achtergrond. Hoe mooi kon het zijn?! Er was iets verderop een klein wc gebouw en de volgende morgen kwam de boswachter vroeg langs je tent om de centjes te collecteren voor de nacht. Na de eerste dagen bleek wel hoe onvoorspelbaar onze trip met de auto door Patagonië zou gaan worden.

De volgende morgen kregen we een stukje luxe, Asfalt! We gingen namelijk naar het plaatsje Chaiten en rond dit stadje lag een kilometer of 50 asfalt. In dit plaatsje zelf is in 2008 een tragedie gebeurd. De vulkaan langs de stad was voor het eerst in 9000(!) jaar gaan uitbarsten en de stroom met lava en as is een maand lang dwars door de stad de zee in gegaan. Dit alles is op de dag van vandaag nog goed te zien in de stad. Een groot gedeelte van de huizen zijn onbewoonbaar geworden. Deze huizen zijn letterlijk tot het dak gevuld met as. Wij zijn stiekem een huis binnen gegaan en het leek er echt of een groep rebellen langs was gekomen. Alles ligt er nog zoals toen, je ziet dat ze hals overkop zijn vertrokken. Van kleren tot playstationcontrollers en van meubels tot keukengerei echt alles ligt bezaaid door het huis op de grond. Erg indrukwekkend om te zien. Sommige bewoners proberen het leven weer op te pakken en bouwen op dezelfde plaats een nieuw huis. Waar de een alles heeft achtergelaten probeert de ander een nieuwe toekomst te bouwen. Hierdoor krijg je soms een mooi nieuw huis tussen 6 huizen waar het as nog tot het dak staat.  Zo zie je maar weer hoe sterk de natuur kan zijn.

Wij hebben nood gedwongen hier wat langer moeten blijven. Sabine had al een tijdje last van haar oor en dit was het enige stadje in dagen die een dokter had. Ze waren maar 2 uur per dag geopend  en die 2 uur hadden wij natuurlijk gemist en daarom zijn we een dag gebleven. Om deze dag in te vullen heeft Michael (voor het eerst in zijn leven) een werphengel gekocht en deze zijn we gelijk gaan uitproberen. En toen gebeurde er 2 dingen, 1 was te verwachten maar het andere niet. Michael had alles opgetuigd en daar ging die, de eerste worp in het water, hij draaide het molentje 1 keer en toen voor de 2de keer en voordat die daar mee klaar was hing er al een vis aan! Hij had dus gewoon bij zijn eerste worp een vis gevangen. We hadden dus nooit verwacht dat hij wat ging vangen. Deze vis hebben wij samen dan ook vakkundig gefileerd. Die avond hebben we heerlijk genoten van dit heerlijk stukje vis. Na het vangen van deze vis gebeurde dus wat we wel verwacht hadden en dat was dat er niks meer gevangen werd en dat het haakje vast kwam te zitten waardoor we de lijn moesten doorsnijden. De avond hebben we trouwens wederom op een bijzondere plaats geslapen. Was het de avond ervoor langs een meer nu sliepen we op een groot grasveld met uitzicht op besneeuwde bergen met een grote gletsjer. Het enige nadeel wat wij van kamperen in Patagonië vinden is dat het ‘s nachts echt zo verschrikkelijk koud is… Wij slapen in een slaapzak met een wollen deken erover en met wat kleren aan en nog kun je soms wakker worden van de kou.

Nadat de tent weer in de auto zat zijn we langs de dokter gegaan. Toen we ons aanmelden sprak de assistent geen Engels en gelijk stond een man op die kwam helpen. Hij stelde alle vragen die een dokter ook kon stellen en schreef het allemaal netjes op zodat wij dit weer aan de dokter konden geven. Wederom zie je maar weer hoeveel aardige mensen er zijn! Eenmaal bij de dokter bleek het allemaal overbodig te zijn geweest want hij sprak zowel vloeiend Duits als Engels. Hij gaf Sabine een kuurtje mee waarvoor we wonderbaarlijk niet hoefde te betalen en zo konden wij onze weg naar het zuiden weer vervolgen.

Category: Chili
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed.You can leave a response, or trackback from your own site.
One Response

Geef een reactie