El Mundo time.

Met de muggen nog in de auto vertrokken we vanuit Pantanel richting Bolivia. De grensovergang tussen Brazilië en Bolivia viel onder de noemer niet de gemakkelijkste. We moesten lang wachten voordat alle papieren gecontroleerd werden en ook El mundo moest grondig geïnspecteerd worden. Aan de Boliviaanse kant wilde ze van sommige papieren een kopie hebben en dat moesten wij in het dorp maar even laten doen. Wij vonden dat grote onzin en kregen het toch voor elkaar dat de douane zelf onze kopietjes ging maken. Als zij lui willen zijn dan zijn wij dat ook J!  Het werd al aardig laat en we hadden besloten om niet in het grensplaatsje te slapen. Toen we nog maar net op weg waren kregen we de eerste politiepost.  Hier moesten we onze eerste centjes al laten rollen. Het was een soort permissie die je nodig had, waarom dat was ons niet geheel duidelijk maar we kwamen er echt niet onderuit. Nu ook dit papiertje in bezit was kon onze tocht dan eindelijk beginnen…. Helaas bleek dit minder waar want na vele kilometers kwamen we weer een politiepost tegen en moesten we een kleine bijdrage betalen om een stempel te krijgen. Met andere woorden je betaald dus voor de inkt! We wisten dat Bolivia corrupt was maar dat ze zulke onzin gingen bedenken om geld te krijgen hadden we nooit kunnen bedenken. Het ging dan wel niet om veel geld maar toch.

Door al het gedoe wilde we zo snel mogelijk vertrekken en hadden we El Mundo niks te slurpen gegeven. We dachten namelijk dat we onderweg nog wel een tankstation tegen zouden komen. Het begon donker te worden en een tankstation was nergens te vinden. Met niet alleen een lege tank maar ook een lege reserve tank zou het aardig krap gaan worden tot het volgende grote dorp. Ongeveer 3 kilometer voor het dorp begon El Mundo te sputteren en hij had er geen zin meer in. Michael heeft nog zigzaggend geprobeerd elke drup uit de tank te krijgen maar het mocht niet baten. Toch waren we uiteindelijk blij want El Mundo stopte in onze ogen vlak voor een tankstation. Alle euforie was zo weer weg want het bleek een busstation te zijn en daar stonden we dan zonder benzine. Het enige wat we konden doen was op zoek gaan naar benzine in het dorp. Michael ging op pad met de jerrycan en Sabine zou op El mundo passen. Bij het busstation was er geen benzine te verkrijgen.  Na wat navraag was er een taxi motorrijder die Michael kon brengen naar iemand die ‘illegaal’ benzine verkocht, want het benzinestation bleek gesloten. Dus hup achterop de motor richting het dorpje. Michael zat al 5 minuten achterop en had echt geen idee waar die hem heen zou brengen. Opeens stopte die bij een gesloten hek en werd er iemand geroepen. Een heel gezin kwam het huis uit en de illegale verkoper had in zijn tuintje een opslag van benzine. Onder een tafel lagen allemaal doeken en toe hij deze weg haalde kwamen er allemaal cola flessen gevuld met benzine tevoorschijn. Michael vroeg om 10 liter en moest 0,80 cent per liter betalen. Kijk dat zijn eens leuke prijzen.  We weten zeker dat Michael meer moest betalen dan de local maar met dit soort prijzen dan mag El Mundo het op het zuipen zetten. Sabine moest lang wachten maar gelukkig kwam Michael achter op een motor terug met benzine. Nu konden we eindelijk een slaapplaats voor de nacht zoeken.

De volgende morgen vervolgde we onze weg naar Santa Cruz. In Santa Cruz stond vooral El Mundo op het programma. We wisten namelijk dat onderhoud in Bolivia spotgoedkoop was en in Bolivia hebben ze een Suzuki dealer. Onderweg naar Santa Cruz werden we weer een paar keer staande gehouden bij politieposten. We moesten weer een keer betalen voor een stempel (blijkbaar is dit dus heel normaal) en we hadden wat problemen omtrent de benzine. In Bolivia betaal je namelijk met een buitenlands kenteken meer voor een liter aan de pomp dan met een Boliviaans kenteken. Als Boliviaan betaal je 0,35 cent en wij ongeveer 0,90 cent voor een litertje. Wij moeten na het tanken vragen om een factuur waarop staat dat we 0,90 cent hebben betaald. Dit wisten we niet dus de politie vroeg naar die factuur. Na wat gediscussieer en een leugentje dat we nog niet getankt hadden in Bolivia kwamen we er mee weg. Een klein leugentje wordt soms toch beloond.

Uiteindelijk kwamen we aan in Santa Cruz waar het zoeken van een hotel niet de gemakkelijkste opdracht was. Geen van de hotels had een garage en vanwege de armoede in Bolivia wilde we hem niet op straat zetten. Gelukkig vonden we een hotel met garage maar later bleek dat de auto er weer niet kon staan. Dan maar in de openbare “garage” om de hoek was en ook die bleek in Bolivia niet duur. Santa Cruz had niet veel te bieden maar we wilde vooral El Mundo naar de garage brengen. Ze hadden in Argentinië dan wel de remmen en de lager “gemaakt” maar beide hadden ze het al weer begeven. We zijn dan ook naar de Suzuki dealer gegaan met een soort van blanco cheque. We gaven aan wat er kapot was en dat ze de auto verder moesten nakijken op grote gebreken. Als er extreme kosten zouden zijn moesten ze het ons laten weten. De auto moest ook goed zijn aangezien Anneke (mama Sabine) een maand later kwam en wij niet wilde dat die dan stil kwam te staan in de 3 weken dat zij er was. Terug in het centrum gingen we een ander plan verwezenlijken. We wilden veel mensen een kaartje sturen. We maakte een straatverkoopstertje heel blij want we kochten even 48 kaarten bij der. We zijn benieuwd of ze er ooit zoveel verkocht heeft in 1 keer. Aan haar verblijde maar ook verbaasde blik vermoeden wij het antwoord al te weten.

Over de auto kregen we geen bericht dus de volgende morgen konden we hem ophalen. We waren toch een beetje gespannen. Bolivia is goedkoop maar wat zal het gaan kosten, 100 euro? 800 euro? Zeg het maar?! Toen we de rekening kregen waren we blij verrast. Het koste ons zo’n 200 euro en nu was alles tenminste goed gemaakt en hij was nog in aardige conditie. Helemaal blij gingen we weg alleen moesten we nog even tanken. Bij de eerste 4 tankstations konden/wilde ze ons geen benzine geven omdat we buitenlandse platen hadden. Toch knap lastig als er nog maar voor een paar kilometer in de tank zit… Bij het 5de tankstation kregen we na veel zeuren en aandringen benzine en wel voor de lokale prijs 0,35 cent. Dit was echter niet genoeg want we mochten alleen de jerrycan vullen. Bij het laatste tankstation mochten we gelukkig de auto vullen. Ook hier kregen we het wonderbaarlijk voor de lokale prijs en zo hadden we na lang zoeken 56 liter gekregen voor maar liefst 20 eurotjes. Kijk zo ga je met plezier tanken! De avond was al weer aangebroken en de volgende morgen zouden we weer vertrekken. We gingen naar Samaipata en vanuit daar naar Sucre.  Dit bleek later een onvergetelijke trip te worden..

 

 

 

Category: Bolivia
You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed.You can leave a response, or trackback from your own site.

Geef een reactie