Archive for the Category » Bolivia «

Knuffelen na 8 maanden en racen op de deadroad.

La Paz stond vooral in het teken van het ophalen van de mama van Sabine en de deadroad. Deze schijnt één van de gevaarlijkste wegen in de wereld te zijn waar al menig mens het ravijn als eindstation heeft gezien. Sinds 2006 hebben ze vlak bij een andere weg aangelegd zodat het verkeer op deze weg minder is geworden en dus ook veiliger. Het plan was om hem samen  met El Mundo te rijden maar in Sucre hadden ze de olielek (weer) niet goed gemaakt dus hij stond bij de garage. We gingen dus over op plan B en dat was met de mountainbike deze weg af. Sabine had de laatste tijd veel last van der knie dus we waren lang aan het twijfelen of het wel verstandig was om dit te doen. We hebben uiteindelijk een keer ons verstand gebruikt en Sabine is met de volg bus achter ons aan gegaan. De kans dat het verkeerd zou gaan met de knie vonden we toch echt te groot. Toch was het soms spannender in de grote bus dan op de fiets. De weg is namelijk erg smal met veel blinde bochten en het constante diepe ravijn langs je, maakt het nog wat enerverender. Voordat we begonnen stopte we op een punt waar we de eerste bus al in het ravijn zagen liggen. Michael heeft het wat minder meegekregen dat het zo smal aangezien hij zich helemaal heeft uitgeleefd op de fiets. Hij had zich achter de gids genesteld en hij moest en zou hem bijhouden….UITSLOVER! Het is hem gelukt maar gesloopt kwam die na 2 uur aan. Later in de bus kwam hij toch wel tot de conclusie dat hij soms letterlijk tot randje is gegaan op de DEADROAD. We zullen maar zeggen, hij had deze adrenaline kick even nodig. Beide hebben we genoten van deze smalle weg vol met stenen en gaten. Michael naar beneden knallend op de fiets en Sabine soms letterlijk hangend over het ravijn.. Beneden kregen we de beloning van een heerlijk zwembad. Paar uur daar genieten en toen konden we weer terug naar La Paz.

La Paz is gigantisch, wij houden beide niet van deze steden omdat je verzuipt in de grootte van zo’n stad. De stad zelf is een soort vissenkom. Het is gebouwd tussen en vooral op de hellingen van de bergen er omheen. Dit ziet er mooi uit als je de stad van bovenaf binnen komt rijden en met alle lampjes in de avond. We hebben in La Paz verder niet meer gedaan als wat rond gestruind over de gekleurde souvenirs marktjes. Hier hingen soms ook gedroogde lichamen van baby lama’s. Na wat navraag bleken ze deze te gebruiken bij het bouwen van een nieuw huis. Deze begraven ze er onder en dit moet geluk brengen. Toch een raar gezicht voor ons als nuchtere westerse.

EN TOEN… was het moment daar, na 8 maanden zou Sabine haar moeder weer zien. Gespannen wachtend op de luchthaven om vervolgens heerlijk in elkaars armen te vallen. Anneke had een lange en zware vlucht gehad dus we zijn snel terug naar het hotel gegaan. We hebben daar heerlijke Hollandse dingen en cadeautjes  gekregen en voordat ze het zelf wist sliep ze al. De volgende dag had ze het nog erg zwaar dit door de lange vlucht en het ineens aankomen op 3600 meter en dat hakt er meer in dan je zou verwachten. We hebben het dus vooral rustig aan gedaan in La Paz. Met Anneke zijn we nog een keer de marktjes over gelopen. Wij waren inmiddels wel een beetje klaar met dit soort dingen maar voor Anneke was het allemaal nieuw. Dan merk je gelijk dat het even anders reizen is met iemand extra. Wel was het weer als of we elkaar vorige week nog gezien hadden. Heerlijk!

El Mundo was weer gemaakt en we konden vertrekken voor de eerste kilometers met zo’n drieën in deze kleine auto. We hadden eerder op deze reis al een oplossing gevonden voor het bagage probleem. We hebben een waterdichte zak gekocht die gemaakt was voor boven op het rek van een auto. Deze hebben we letterlijk met spanbanden vastgesnoerd. De banden liepen via de deur naar binnen en zo bleef het vast liggen op het dak. Althans dat was het idee, geen idee of het ging werken maar dit was de goedkoopste en gemakkelijkste oplossing die we konden vinden. We wisten ook niet wat al die bagage en 3 man met de auto zou doen. In Chili hadden we een keer met Nacho en Sean in de auto gezeten en toen had die wat rare geluiden gemaakt. Maar bepakt en bezakt vertrokken we in de morgen. Ons idee had in ieder geval gewerkt want alles paste precies in de auto maar het rare geratel was er wel weer gelijk. We hebben het maar voor lief genomen en gehoopt dat het goed zou gaan. De eerste route ging van La Paz gelijk richting Peru. We hadden de mooie route langs het hoogst gelegen meer ter wereld in gedachte, het Titicaca lake. Anneke werd dus gelijk getrakteerd op geweldige uitzicht over de bergen en het meer. Maar het hoogtepunt voor ons allemaal kwam toen we een stukje meer moesten oversteken. Een brug hadden ze niet en ineens lagen er allemaal ponton bootjes. Deze waren van hout met een klein buitenboord motortje en waar de auto op stond lagen gewoon een zooi planken op elkaar gegooid. Dit kunnen wij bij ons niet voorstellen maar hier is het niet meer als normaal. Geweldig gewoon!

Na een paar uur genieten kwamen we aan bij de grens van Peru en hier begon het drama. Eerst aan de Boliviaanse kant wilde ze onze jerrycan met benzine afnemen. We mochten geen benzine het land uitnemen kregen we te horen. De douane had de jerrycan al in zijn hadden om mee te nemen maar Michael griste deze uit zijn handen en begon de auto er mee te vullen. Hij dacht in de auto mag het wel mee dus dan maar even vullen. Toen hij dat gedaan had was het allemaal wel goed. We reden netjes de grenspost door, haalde onze paspoortstempel aan de kant van Peru en moesten alleen nog ff de auto registreren. Dat werd alleen niet “ff”… Toen we binnenkwamen gaf een norse oude man achter een bureau aan dat we met de auto het land niet in mochten. Onze papieren waren niet echt en we hadden er vouwen in zitten dus NEE! We schrokken, gelijk schoot de gedachte door ons heen, ja hoor Chili en Peru.. het is net als de vete tussen Arnhem en Nijmegen. “Wat nu” dachten we en na een tijdje onderhandelen hadden we nog steeds NEE op ons bord. Voor Sabine werd het even te veel, ze schoot uit der slof en barste vervolgens in tranen uit. In haar gedachten moesten we voor Anneke al een nieuwe ticket naar huis boeken. Terwijl Sabine buiten was, gingen Anneke en Michael door met onderhandelen en uitleggen over het feit dat we echt Peru in moesten. Anneke vloog naar huis vanuit Lima en daarna zouden wij weer naar Chili terug keren. Een 2de man had wat meer medelijden met ons en hij nam ons mee een kamertje in. Na uiteindelijk ruim een uur niet weten of het ging lukken hadden we eindelijk het papiertje en was onze auto geregistreerd in Peru. Nog vloekend reden we de grens over met El mundo.

We waren nog maar net de grens over en we werden al weer stil gezet door de politie voor een controle. Dit ritueel herhaalde zich 3 keer binnen 30 minuten. Welkom in Peru zullen we maar zeggen! Wat later als gepland kwamen we aan in Pino waar we slecht voor de nacht verbleven om daarna door de rijden naar Arequipa.

Category: Bolivia, Peru  2 Comments

El Mundo wordt even ingeruild.

Het was in de vroege ochtend toen we ons moesten melden voor onze drie daagse tour over de zoutvlakte.  Ons vervoersmiddel was een grote Toyota land cruiser, een iets ander formaat dan onze El Mundo. We deelden de auto met 3 polen en 2 Israëliërs. We wilden net het dorpje uitrijden toen we ineens onze bevriende motorrijder Nacho voorbij zagen rijden.  We hadden hem al een maand of 2 niet meer gezien. De laatste ontmoeting was in Puerto Arena, Chili.  Helaas hadden we alleen tijd om samen een fotootje te schieten want we moesten verder met onze tour. Toch grappig dat we elkaar maar blijven tegenkomen.

Het eerste gedeelte van de tour kende we natuurlijk al want dit hadden we zelf al gedaan. Maar ons gids had nog wel wat weetjes, jammer dat hij alleen Spaans sprak.  Sabine en een pool begrepen het meeste Spaans en werden daarom de vertalers van de tour. Na de uitleg over de productie van zout gingen we eten in een zout restaurant. Dit restaurant was gemaakt van alleen maar zoutblokken. De muren, de tafels, de stoelen echt alles. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je eten niet zout genoeg is.

Pas na 80 kilometer op de vlakte zagen we iets anders dan de witte massa. Ineens was er een fata morgana althans dat leek zo. Het bleek een eiland met gigantische cactussen van meer als 5 meter erop. Hier hebben we even rond gelopen en al snel bleek dat we het goed konden vinden met de Israëliërs. Nadat we de nodige foto’s op het eiland hadden gemaakt gingen we nog even samen met de Israëliërs leuke zoutvlakte foto’s maken. In de hoop dat we nu wel het gewenste resultaat kregen. De Israëlisch jongen had als tik om op elke bijzondere plaats waar hij kwam een foto te maken van zichzelf in een menkini (een mini badpak voor mannen). Echt te grappig voor woorden. Na deze gekkigheid hadden we nog een lange rit voor de boeg naar de rand van de zoutvlakte want daar zouden we de eerste nacht gaan slapen. De zon ging mooi onder op de vlakte en toen bereikte we ons hotel. Een primitief hotel die ook weer bestond uit alleen maar zoutblokken. In dit hotel kwamen we in gesprek met een Nederlandse familie, hun zoontje vond het heerlijk om met Michael te klooien. Die avond zijn we met zijn allen vallende sterren  gaan kijken en toen snel naar bed.  Nadat de zon onder was gegaan was de temperatuur ook meteen een aantal graden gezakt. Gelukkig kregen we de nodige dekens in ons primitieve hotelletje. De volgende ochtend kregen we te horen dat het die nacht -15 graden gevroren had. Nu snappen we ook waarom onze ballen eraf vroren toen we met ons tentje op de vlakte kampeerde.

De volgende ochtend hadden we een vol programma, we zouden wat meren gaan bezichtigen en de kans was er dat we flamingo’s konden spotten. We kwamen langs fantastisch landschappen met bergen vol sneeuw en vele meren. We hadden door het gehobbel en de omgeving een beetje Patagonië deja vu. Bij enkele meren zagen we mooie roze flamingo’s die geweldig weerkaatste in het blauwe water.  Echt WOW. Toen de zon begon te zakken reden we richting ons hotelletje. Back to the basic ging het worden! Weer alles van zout maar meer als 7 bedden per kamer, een tafel en wc was er niet. Lang zouden we er niet slapen want de volgende ochtend moesten we om 05.00 paraat staan. Ook deze dag stond weer vol met bezichtigingen. Als eerste gingen we naar een vulkanisch gebied waar verschillende geisers waren, heerlijk de geur van rotte eieren in de vroege morgen. Daarna zouden we ontbijt krijgen in de middle of knowhere om vervolgens te ontspannen in het thermaal bad. De buiten temperatuur lag tegen het vriespunt maar het water was zo warm dat je hele lijf begon te tintelde van de hitte. Na de ontspanning  werd het tijd voor actie. We gingen de hoogte van 5000 meter aantikken en dit was vooral actie voor je lichaam. Je merkt aan alles dat je lichaam zuurstof gebrek krijgt op deze hoogte. De locals hebben een “wonder” middel wat daar goed tegen werkt, Cocabladeren. Je kauwt erop en het goedje wat vrij komt zorgt dat je minder last hebt van de verschijnselen van hoogte ziekte. Het wordt al eeuwen gebruikt en ook al hadden we nergens last van, we wilde het toch even proberen. Als iemand wil weten hoe het smaakt?! Doe dan thuis een theezakje in je mond en voilà je weet het.

Na de hoogte was het tijd om de route terug in te zetten. Onderweg bleek er een probleem te zijn want ze waren weer eens aan het staken. Ze hadden de doorgang geblokkeerd naar Uyuni. Hadden we eindelijk weer asfalt onder de wielen werden we gedwongen om samen met drie andere auto’s weer offroad  te gaan. Helaas had deze route wel wat obstakels, we kwamen namelijk een rivier tegen. Na een erg lang Boliviaans overleg, werd besloten om zonder passagiers de rivier te doorkruizen. Deze oplossing hadden wij al na 5 minuten voorgesteld maar toen moesten we zwijgen van ze. Gelukkig verliep het soepel en konden we onze weg voortzetten. Onze gidsen waren niet bekend met deze route en dat bleek want na rivier 1 kwam ook nog rivier 2 en 3. Toen we eindelijk al deze waters over waren zagen we in de verte een aantal auto’s staan. Wat was daar nu weer aan de hand? Toen we dichterbij kwamen werd ons al snel duidelijk dat ze hier niet voor de lol stonden. Met geschreeuw en gedreig met stokken werd ons duidelijk gemaakt dat we er niet door mochten. Deze “weg” hadden ze dus ook geblokkeerd. Onze gidsen gingen weer in overleg en dit keer kwamen ze tot de conclusie dat omkopen de enige oplossing was. Er werd uit iedere auto wat voorraad geplunderd,  flessen wijn, water en cocabladeren waren voldoende om ons door te laten. Wat kan het leven soms toch oh zo simpel zijn. Een stuk later als gepland kwamen we eindelijk aan in Uyuni.

De volgende ochtend stond voor ons weer een lange rit op het programma met als bestemming: La Paz. We hadden al de nodige verhalen gehoord over deze weg. Iedereen vertelde dat ze ongeveer uit hun stoel werden gegooid door het gehobbel. We hadden toch al wat slechte wegen gehad maar deze was extreem. De weg was geen weg meer te noemen, het was de ergste wasbord weg tot nu toe. Naast de originele weg lag een pad vol met mul zand en ook al was het mul zand onze keus was al snel gemaakt. El mundo moest flink ploegen door het mulle zand maar na enige uren kwam de verlichting van asfalt. Wat kan dat dan lekker zijn. Die avond hebben we geslapen in een tussenplaats om de volgende dag vroeg La Paz binnen te rijden. Dat vroeg kun je wederom wel weg laten want we kwamen laat aan door alweer blokkades. Bij de eerste moesten we door een half weiland rijden maar dat ging nog wel maar toen we La Paz binnen kwamen rijden was het pas echt drama. Ze hadden de grote weg geblokkeerd en niemand kon ons echt vertellen hoe we La Paz binnen zouden komen. Niet echt handig met het vooruitzicht dat de mama van Sabine zou komen. Na veel vragen bleek er ergens een route te zijn die ons La Paz binnen zou moeten leiden. Alleen het probleem was dat niemand echt goed wist waar die weg was. Maar na veel gezoek en heel veel gevraag (altijd fijn als je dan niet vloeiend Spaans spreekt) kwamen we aan in La Paz. We hadden het weer is overwonnen, nu maar hopen dat de mama van Sabine La Paz ook kan bereiken.

 

 

 

Category: Bolivia  Leave a Comment

Je zou der zoutig van worden.

In Sucre hadden we een keer een wat mooier hotel. Nadat we de berggeiten route hadden overleefd hadden we geen zin om meer verder te zoeken. We bleven dus samen met de motorrijders in een mooi hotel boven op de berg met uitzicht over de “witte” stad. Ze hadden er heerlijk eten en we konden even bijkomen van wat we allemaal hadden meegemaakt de afgelopen dagen. El Mundo had het wat minder naar zijn zin in Bolivia want nu was hij weer gaan lekken bij de versnellingsbak. Dus hop naar de Suzuki dealer en ook hier lieten we hem even goed nakijken. Wij hebben ons vermaakt met uitslapen en de stad bezichtigen. In Zuid-Amerika heeft elke stad of dorp een Plaza de Armas. Zie het als een soort centraal plein waar je lekker gaat zitten om vooral mensen te kijken. Wij hadden geluk want er waren 2 dingen te doen waarvan 1 leuker als het andere. Het leuke was een parade met muziek en iedereen verkleed in de kleding van hier. Ze liepen rond de plaza en het was een leuk gezicht. Aan de andere kant was ook het minder gezellig. De stakende truckers waar we eerder over vertelde stonden nu allemaal zonder trucks te demonstreren voor een regeringsgebouw. De demonstraties waren gelukkig wel vredig op het vuurwerk na. Sabine heeft de stakende mannen ook even vermaakt en dat al met alleen voorbij lopen. Toen we erlangs liepen vielen vele monden open, werd er flink gefluit en werden er vele opmerkingen gemaakt in het Spaans. Zo vaak zien ze een blijkbaar geen blonde schone.

Even een klein feitje tussendoor: Als je zin hebt in een cola en betaald met a 5 euro, dan betaal je in Bolivia al met groot geld.  Kleingeld is moeilijk te bemachtigen omdat je alleen maar grote biljetten uit de automaat krijgt. Wisselen is daardoor altijd een uitdaging zowel voor jezelf als voor de verkoper. Het is daarom altijd maar weer de vraag of de verkoper in een andere winkel iets gaat kopen om te wisselen of dat jij je lekkere cola moet laten staan.

Toen we de auto ophaalden wisten we weer waarom we blij waren dat El Mundo pas problemen kreeg in Bolivia. Ze hadden wat kleine dingen gerepareerd en totaal moesten we maar liefst 35 euro afrekenen. Autorijden blijft zo gewoon leuk in Bolivia. De motorijders waren al 2 dagen weg dus we moesten nu zelf de sluiproute uit Sucre terug vinden. Deze hadden we best gemakkelijk gevonden maar toen sloeg de schrik toe. GVD alleen maar vrachtwagen tegen elkaar geparkeerd….Hoe gaan we nu in hemelsnaam de stad uit komen en de deadline dat we in La Paz moesten zijn voor Anneke begon toch wel te dringen. Michael was uitgestapt om te kijken of er echt geen mogelijkheid was om er langs te glippen. Na 10 minuten kwam die terug met misschien goed nieuws. Als we een stuk om zouden rijden zouden we er misschien precies tussendoor kunnen. Wat hebben we toch een geluk dat El Mundo zo’n klein gebakje is want we konden er precies tussendoor snieken. Na wat gehannes waren we toch op de sluiproute uitgekomen en konden we onze weg vervolgen naar Potosi. Wederom hadden we een blokkade omzeild.

De weg naar Potosi kon nog wel is een lastige worden aangezien Potosi op 4300 meter ligt. Er is daar minder zuurstof dus of de motor dat gaat trekken?? De hele rit was overweldigend. We hebben nog nooit een route gehad waar de natuur elke 30 minuten totaal veranderd. Dan waren de rotsen rood en dan weer gekleurd, dan waren er bomen en vervolgens weer cactussen en dan reden we door een woestijn en dan weer door een begroeid gebied. Je verveelde je tijdens de rit niet en je vergat bijna dat je steeds grote bergen op en dan weer af ging. El Mundo stopte dit keer niet tijdens het klimmen dus we waren helemaal blij.

Dat potosi op 4300 meter ligt kun je wel merken. Er zit door de hoogte minder zuurstof in de lucht en daardoor word je een stuk sneller moe. Dit merk je al als je 2 keer de trap op en afloopt. Best een bijzonder fenomeen. In Potosi bleven we alleen slapen want het is niet de mooiste stad en we wilde zo snel mogelijk naar de zoutvlakte in Uyuni.

De rit naar Uyuni ging niet helemaal volgens plan. Weer hield El Mundo het berg op voor gezien. Hij stotterde en het vermogen viel dan weg. We lieten hem weer even staan en uiteindelijk deed hij het weer. We vermoeden dat het met de hoogte te maken had maar ook dit keer weten we het niet zeker maar het belangrijkste is dat die het weer doet. We kwamen rond een uur of 3 aan in een soort van woestijn stad. Tenminste dat gevoel had je als je binnen kwam. Dit dorp had ook nooit bestaan als er geen zoutvlakte was geweest. Wij zijn gelijk op zoek gegaan naar een hostel met garage maar die vroegen allemaal belachelijk veel geld. Na een uur waren we er zo klaar mee dat we binnen een seconde besloten hadden om naar de zoutvlakte te rijden om daar te gaan kamperen. Enige haast was er wel geboden want iets voor 6 zou het al donker worden. Dus zo gezegd zo gedaan, over een stoffige weg richting de zoutvlakte en toen hop die witte oneindige massa op. Het lijkt een beetje op een zee, tot waar je kan kijken was het wit (in plaats van blauw). We reden een kilometer of 15 het zout op en daar zetten we onze tent op. Het was dus ook gewoon alleen maar wij en euh… wij! Tegen de tijd dat we gingen koken was het al helemaal donker. We kookte een pastatje alleen vond Sabine het nodig om hem om te stoten (uiteraard vond zij het weer Michaels schuld). De restje zonder al teveel saus aten we op en toen begon het toch echt koud te worden. Het kan er vriezen tot ver in de min dus we hadden al veel extra kleren klaar gelegd. De nacht was echt heel(!) koud in ons tentje maar de morgen maakte alles goed. Alleen de witte zoutvlakte, de blauwe horizon en wij. Geweldig!

Op de zoutvlakte maakt iedereen geweldige foto’s. Door de oneindige vlakte kun je er leuk spelen met de grote van personen of spullen waardoor het perspectief van de foto heel leuk is. Wij keken er erg naar uit om dit te doen maar het werd een groot drama! Iedereen lukt het om leuke foto’s te maken behalve ons. Althans dat vond Michael. Na uren van proberen werd die steeds gefrustreerder en toen was er geen land meer met hem te bezeilen. Daarom besloten we maar om de foto sessie voor gezien te houden. Achteraf bleek trouwens dat we toch best leuke foto’s hadden.. We reden terug naar het dorp en daar hebben we El Mundo eerst zout vrij laten spuiten. Met een hogedrukreiniger werd die goed schoongemaakt. Dit is ook echt nodig want al dat zout is niet echt bevorderlijk voor je auto. Na het poetsen zijn we doorgereden naar een treindump plaats. Hier staan vele oude treinen op 2 verlaten sporen en door de zout zijn ze erg mooi gaan roesten. Hier kun je echt super foto’s maken en gelukkig lukte het dit keer wel en was dit dan ook wat gezelliger. Haha

We hadden gedaan wat we erg graag wilde doen en dat was slapen in onze tent op de zoutvlakte. Hiermee hebben we echter maar een klein stukje gezien en deze omgeving had meerdere mooie geheimen. Daarom besloten we om met een 3 daagse tour mee te gaan. We moesten dit wel met een tour doen want navigeren op de vlakte was lastig en El Mundo was toch echt iets te licht voor al het zware werk wat er ook bij kwam kijken. Een tour was snel geboekt maar hier vertellen we de volgende keer over.

 

Category: Bolivia  2 Comments

Onze berggeit ging neer, stond op en overwon.

Toen we uit Santa Cruz weg wilden rijden kwamen we in aanmerking met een bekend Boliviaans fenomeen, genaamd  “wegblokkades”. De truckers waren boos omdat de overheid de benzine prijs van rond de 35 cent iets omhoog had gedaan. Om deze reden blokkeerde ze maar vele wegen in het hele land met hun trucks. We dachten eerst dat we vast zouden komen te zitten in Santa Cruz omdat ze gewoon alle uitwegen geblokkeerd hadden. Achteraf bleek het een geluk te zijn dat we een kleine auto hadden. Wij konden namelijk van de ene naar de andere baan schieten en zo precies tussen alle vrachtwagens door schieten. Was de auto groter geweest dan hadden we dus gewoon een week vast kunnen zitten. Na wat tijd verlies kwamen we aan in Samaipata wat een klein gezellig bergdorpje bleek te zijn.

Rond Samaipata ligt een oude Inca ruïne boven op een berg die we graag wilde zien. Natuurlijk waren we weer zo slim geweest om op het heest van de dag te gaan dus bezweet kwamen we boven aan. Het uitzicht was mooi over de heuvels maar de ruïne vonden we wat minder. Het is knap hoe ze alles uit de berg gehakt hebben maar daar hielt het ook mee op. Ben je een fanatieke historicus dan zul je je er vast kunnen uitleven maar wij waren zo weer beneden. In de avond gingen we nog even het dorp in om wat te snacken en daar kwamen we totaal onverwachts oude bekende tegen. Het oudere Franse stel dat we in Patagonië al een paar keer tegen waren gekomen. Ze reisden op een andere manier en totaal andere route en toch komen we elkaar in een mini dorpje tegen. Samen hebben we er toen een gezellige avond van gemaakt. De volgende dag zijn we naar een zoo/dieropvang geweest en hebben we inkopen gedaan voor onze heerlijke BBQ. Voor 5 euro hadden we 1,2 kilo vlees en wat groenten. Deze hebben we heerlijk op ons eigen vuurtje klaar gemaakt.

Toen was het tijd om Samaipta te verlaten en de old trade route te gaan rijden. Dit is een weg dwars door de bergen en we hadden geen idee wat de staat van de weg was. Het eerste stuk naar Vallegrande ging vlotjes over een geasfalteerde weg. Daar bleven we een nacht om vervolgens over de meest lastige weg tot nu toe te gaan rijden. Onze kleine El Mundo werd  onze eigen berggeit. We zijn daar letterlijk heuvel op en heuvel afgegaan met alleen maar bochten vol grote en kleine stenen. Er was nog geen weg tot nu toe in de buurt gekomen van dit. De tijd vloog voorbij maar de kilometers niet. Nu weten we ook waarom er bijna geen dorpjes langs deze weg te vinden is maar het uitzicht was echt geweldig. Na een uur of 5 hield El Mundo er ineens heuvel op mee op. Daar sta je dan op een weg waar 5 auto’s per dag rijden en vele kilometers van de beschaafde wereld. Het kon zijn dat die warm gelopen was of dat die moeite had met de hoogte maar het kon ook totaal wat anders zijn. Met geen idee probeerde we van alles maar niks hielp. 15 Minuten later starten we hem nog een keer en verrek hij deed het weer. Zo gelukkig als we waren reden we verder. Wel vol spanning want zou die dit nog een keer gaan doen?! Na 10 uur rijden en 150(!) kilometer later kwamen we aan in het Villa Serrano. Dit plaatsje was ook de planning maar dan wel wat uurtje eerder maar dit zegt wat over de conditie van de weg. Hier zijn ze niet aan toeristen gewend dus veel meer keuze als te vet eten of kippensoep hadden we niet. Dus de kippensoep achterover geslagen snel naar bed en morgen het vervolg van deze moeizame maar mooie weg.

We vertrokken mooi vroeg en tijdens de eerste kilometers hoorde we steeds een raar gepiep. Na een kilometer of 10 gingen we toch maar even op onderzoek uit en toen, whahaahahahahaha neeeeeeeeeeneenee!!!! Ons chassis aan de voorkant bleek volledig te zijn afgebroken en ook wij zonder enige technische kennis wisten dat dit foute boel was. Een onderdeel van de voorwielen was aan dit stuk chassis verbonden dus vooruit terugrijden was geen optie. We besloten daarom om de 10 kilometer achteruit over de bergweg vol met stenen en bochten terug naar het dorp te rijden. Het duurde een eeuwigheid en de iedereen die ons zag rijden keek ons maar wat raar aan. We haalden het dorp en we hadden toen we er eerder waren al iemand gezien die aan bussen kluste. Rechtstreeks daarheen en het geluk was aan onze zijde want hij was gespecialiseerd in lassen. Hij keek er even zorgelijk naar maar hij kon het wel maken. De eerste opgave was de bumper eraf krijgen. Alleen hier zijn Michael en hij al 30 Minuten mee bezig geweest.  Toen kon die beginnen met rechtbuigen en lassen. Na een uurtje bleek dat de radiator er vanaf moest omdat hij niet overal bij kon. Hij vroeg aan Michael of dat goed was en of hij wilde helpen. Zo leer je nog wat over auto’s. haha. Uiteindelijk na 3 uur en een lachertje van 15 euro verder waren Michael en hij klaar en zat de auto weer in elkaar. Nu maar hopen dat deze Boliviaanse lassen het zouden gaan houden. We moesten nog een nacht daar blijven omdat het al te laat was. In ons hotel kwam later een groep motorijders met een Nederlandse begeleider tegen. We kwamen met hun in gesprek en deze ontmoeting bleek later tijdens onze rit goud waard te zijn.

De rit ging nu van Villa Serrano naar Sucre met een tussenstop op de lokale markt van Tarabuco. Het bleef een mooie weg en de kilometers gingen weer langzaam voorbij. We kwamen de motorrijders meerdere keren tegen en na uren hobbelen kwamen we aan in Tarabuco. Hier was een lokale markt waar de bekende kleurrijke lokale Boliviaanse kleding verkocht werd. In heel Bolivia dragen ze nog echt de traditionele kleding. Hier in is de cultuur van het land echt blijven hangen. Super mooi! Tijdens het rondlopen kregen we wel het verontrustende nieuws te horen dat de truckers nog steeds niet happy waren. Ze hadden alle wegen rond Sucre afgezet en het was niet mogelijk om binnen te komen met een auto. Nu zul je zeggen dan skip je die stad toch gewoon. Nou dat is niet mogelijk want alle wegen die wij moesten hebben liepen dwars door Sucre heen. Het zou dagen kosten als we om moesten rijden. Hoe moesten we dit nou gaan oplossen.. Toen zagen we de motoren staan met hun volgwagen alleen waren de motorrijders er niet. Wij hebben gewacht tot ze terug waren want de Nederlandse begeleider kent de omgeving en misschien wist hij een weg om Sucre binnen te komen. Tot onze vreugde kende hij een weg maar dit zou geen makkelijke worden en hij had hem zelf ook nog nooit gereden. We waren wel wat gewend dus kom maar op. Het begin was eindelijk weer geasfalteerd maar daarna begon het feest. De motorrijders gingen voorop omdat ze sneller rijden en wij volgde de volgwagen. Het eerste stuk moesten we door een opgedroogde rivierbedding vol met stof, stenen en rotsen. Dit was bijzonder maar nog aardig te doen. Hierna ging het pas echt beginnen want we moesten de zoals wij hem achteraf noemde de geiten route nemen. Dit was gewoon de enige route uit en in Sucre en het was niet meer als een zeer steil zandpad de berg op met een hoop grote stenen ertussendoor. Wij vermoeden dat er normaal alleen geiten en koeien overheen gingen en nu dus ook wij met ons kleine autootje. Je kon niet anders als rustig rijden want door de stof en de grote stenen was het al een uitdaging op zich en als er dan ineens een grote bus voor je opdoemt uit het stof dan sta je echt versteld! Wij en wat andere auto’s parkeerde onszelf midden in de bosjes zodat hij kon passeren. Gekkenwerk gewoon! Na ruim 1,5 uur rijden kwamen we ineens in de bewoonde wereld uit. Wat een Heerlijk gevoel was dat! We zijn zeg maar, de verboden stad binnen gekomen via de geheime doorgang. Bij het hotel waar de motorijders sliepen stond ook een bietje voor ons klaar want dat hadden we wel verdiend en El Mundo kreeg alleen maar lof en terecht. Onze kleine berggeit!

 

Category: Bolivia  One Comment

El Mundo time.

Met de muggen nog in de auto vertrokken we vanuit Pantanel richting Bolivia. De grensovergang tussen Brazilië en Bolivia viel onder de noemer niet de gemakkelijkste. We moesten lang wachten voordat alle papieren gecontroleerd werden en ook El mundo moest grondig geïnspecteerd worden. Aan de Boliviaanse kant wilde ze van sommige papieren een kopie hebben en dat moesten wij in het dorp maar even laten doen. Wij vonden dat grote onzin en kregen het toch voor elkaar dat de douane zelf onze kopietjes ging maken. Als zij lui willen zijn dan zijn wij dat ook J!  Het werd al aardig laat en we hadden besloten om niet in het grensplaatsje te slapen. Toen we nog maar net op weg waren kregen we de eerste politiepost.  Hier moesten we onze eerste centjes al laten rollen. Het was een soort permissie die je nodig had, waarom dat was ons niet geheel duidelijk maar we kwamen er echt niet onderuit. Nu ook dit papiertje in bezit was kon onze tocht dan eindelijk beginnen…. Helaas bleek dit minder waar want na vele kilometers kwamen we weer een politiepost tegen en moesten we een kleine bijdrage betalen om een stempel te krijgen. Met andere woorden je betaald dus voor de inkt! We wisten dat Bolivia corrupt was maar dat ze zulke onzin gingen bedenken om geld te krijgen hadden we nooit kunnen bedenken. Het ging dan wel niet om veel geld maar toch.

Door al het gedoe wilde we zo snel mogelijk vertrekken en hadden we El Mundo niks te slurpen gegeven. We dachten namelijk dat we onderweg nog wel een tankstation tegen zouden komen. Het begon donker te worden en een tankstation was nergens te vinden. Met niet alleen een lege tank maar ook een lege reserve tank zou het aardig krap gaan worden tot het volgende grote dorp. Ongeveer 3 kilometer voor het dorp begon El Mundo te sputteren en hij had er geen zin meer in. Michael heeft nog zigzaggend geprobeerd elke drup uit de tank te krijgen maar het mocht niet baten. Toch waren we uiteindelijk blij want El Mundo stopte in onze ogen vlak voor een tankstation. Alle euforie was zo weer weg want het bleek een busstation te zijn en daar stonden we dan zonder benzine. Het enige wat we konden doen was op zoek gaan naar benzine in het dorp. Michael ging op pad met de jerrycan en Sabine zou op El mundo passen. Bij het busstation was er geen benzine te verkrijgen.  Na wat navraag was er een taxi motorrijder die Michael kon brengen naar iemand die ‘illegaal’ benzine verkocht, want het benzinestation bleek gesloten. Dus hup achterop de motor richting het dorpje. Michael zat al 5 minuten achterop en had echt geen idee waar die hem heen zou brengen. Opeens stopte die bij een gesloten hek en werd er iemand geroepen. Een heel gezin kwam het huis uit en de illegale verkoper had in zijn tuintje een opslag van benzine. Onder een tafel lagen allemaal doeken en toe hij deze weg haalde kwamen er allemaal cola flessen gevuld met benzine tevoorschijn. Michael vroeg om 10 liter en moest 0,80 cent per liter betalen. Kijk dat zijn eens leuke prijzen.  We weten zeker dat Michael meer moest betalen dan de local maar met dit soort prijzen dan mag El Mundo het op het zuipen zetten. Sabine moest lang wachten maar gelukkig kwam Michael achter op een motor terug met benzine. Nu konden we eindelijk een slaapplaats voor de nacht zoeken.

De volgende morgen vervolgde we onze weg naar Santa Cruz. In Santa Cruz stond vooral El Mundo op het programma. We wisten namelijk dat onderhoud in Bolivia spotgoedkoop was en in Bolivia hebben ze een Suzuki dealer. Onderweg naar Santa Cruz werden we weer een paar keer staande gehouden bij politieposten. We moesten weer een keer betalen voor een stempel (blijkbaar is dit dus heel normaal) en we hadden wat problemen omtrent de benzine. In Bolivia betaal je namelijk met een buitenlands kenteken meer voor een liter aan de pomp dan met een Boliviaans kenteken. Als Boliviaan betaal je 0,35 cent en wij ongeveer 0,90 cent voor een litertje. Wij moeten na het tanken vragen om een factuur waarop staat dat we 0,90 cent hebben betaald. Dit wisten we niet dus de politie vroeg naar die factuur. Na wat gediscussieer en een leugentje dat we nog niet getankt hadden in Bolivia kwamen we er mee weg. Een klein leugentje wordt soms toch beloond.

Uiteindelijk kwamen we aan in Santa Cruz waar het zoeken van een hotel niet de gemakkelijkste opdracht was. Geen van de hotels had een garage en vanwege de armoede in Bolivia wilde we hem niet op straat zetten. Gelukkig vonden we een hotel met garage maar later bleek dat de auto er weer niet kon staan. Dan maar in de openbare “garage” om de hoek was en ook die bleek in Bolivia niet duur. Santa Cruz had niet veel te bieden maar we wilde vooral El Mundo naar de garage brengen. Ze hadden in Argentinië dan wel de remmen en de lager “gemaakt” maar beide hadden ze het al weer begeven. We zijn dan ook naar de Suzuki dealer gegaan met een soort van blanco cheque. We gaven aan wat er kapot was en dat ze de auto verder moesten nakijken op grote gebreken. Als er extreme kosten zouden zijn moesten ze het ons laten weten. De auto moest ook goed zijn aangezien Anneke (mama Sabine) een maand later kwam en wij niet wilde dat die dan stil kwam te staan in de 3 weken dat zij er was. Terug in het centrum gingen we een ander plan verwezenlijken. We wilden veel mensen een kaartje sturen. We maakte een straatverkoopstertje heel blij want we kochten even 48 kaarten bij der. We zijn benieuwd of ze er ooit zoveel verkocht heeft in 1 keer. Aan haar verblijde maar ook verbaasde blik vermoeden wij het antwoord al te weten.

Over de auto kregen we geen bericht dus de volgende morgen konden we hem ophalen. We waren toch een beetje gespannen. Bolivia is goedkoop maar wat zal het gaan kosten, 100 euro? 800 euro? Zeg het maar?! Toen we de rekening kregen waren we blij verrast. Het koste ons zo’n 200 euro en nu was alles tenminste goed gemaakt en hij was nog in aardige conditie. Helemaal blij gingen we weg alleen moesten we nog even tanken. Bij de eerste 4 tankstations konden/wilde ze ons geen benzine geven omdat we buitenlandse platen hadden. Toch knap lastig als er nog maar voor een paar kilometer in de tank zit… Bij het 5de tankstation kregen we na veel zeuren en aandringen benzine en wel voor de lokale prijs 0,35 cent. Dit was echter niet genoeg want we mochten alleen de jerrycan vullen. Bij het laatste tankstation mochten we gelukkig de auto vullen. Ook hier kregen we het wonderbaarlijk voor de lokale prijs en zo hadden we na lang zoeken 56 liter gekregen voor maar liefst 20 eurotjes. Kijk zo ga je met plezier tanken! De avond was al weer aangebroken en de volgende morgen zouden we weer vertrekken. We gingen naar Samaipata en vanuit daar naar Sucre.  Dit bleek later een onvergetelijke trip te worden..

 

 

 

Category: Bolivia  Leave a Comment